Leestijd: 5 minuten

Communicatie met je kind afhankelijk van het gedragsprofiel

Zoals je verschillend kunt omgaan met volwassenen – al gelang hun DISC-profiel (zie vorige blog) – zo kun je natuurlijk ook verschillend omgaan met kinderen, afhankelijk van hun gedragsprofiel.

Verschillende aanpak

Het ene kind heeft een andere aanpak nodig dan het andere kind. En bij het ene kind zal iets wel effect hebben, terwijl je bij het andere kind misschien het tegenoverstelde bereikt van wat je wilt.

Ik wil je in dit blog wat  handreikingen geven hoe je het beste met de verschillende ‘soorten’ kinderen kunt omgaan.

Een kind met een D-profielsterk, wil

Een ‘D-kind’ is een ‘dwingend’ kind. Het is een geboren leider. Het wil de baas zijn. Het neemt met ‘nee’ geen genoegen. Het weet de kwetsbare ‘plekken’ van zijn ouders en maakt daar gebruik van. Een D-kind zegt wat hij denkt, zonder na te denken over wat het met anderen doet. Hij kan daarom heel brutaal overkomen. Hij heeft moeite om ‘het spijt me’ te zeggen. Hij is avontuurlijk/roekeloos.

Hoe kun je het beste met een ‘D-kind’ omgaan 
  • geef hem verantwoordelijkheden (die hij aan kan)
  • geef hem zo vaak mogelijk de kans om te kiezen
  • zorg dat hij zijn energie kwijt kan (rennen, actief zijn).
  • geef hem doelen, en breng er een wedstrijdelement in (beloon hem bij voorbeeld als hij iets binnen een bepaalde tijd af heeft)
  • help hem begrijpen dat mislukkingen niet erg zijn; het hoort bij het leven (hij is niet mislukt)
  • als er iets moet gebeuren, geef hem dan korte opdrachten (‘naar bed’, ‘kamer opruimen’. Je kunt dit natuurlijk boos zeggen, maar dat is niet de bedoeling. Je kunt het ook neutraal zeggen. Of bij voorbeeld: ‘hup, naar bed’. Het gaat er om, dat je er geen ‘verhaal’ bij maakt.)
  • help hem te zien wanneer en hoe hij kan ontspannen
  • laat hem weten, dat grenzen belangrijk zijn, ook al is hij het niet met je eens
  • gebruik zijn eigen worstelingen uit het verleden om hem iets te leren over medeleven en begrip voor anderen die teleurstellingen hebben
  • vermijd een machtsstrijd – praat kort en bondig. Richt je op de activiteiten en laat weten wat er van hem verwacht wordt.
  • ‘laat zien’ wie de baas is (op een duidelijke, neutrale manier; niet vanuit boosheid)

Een kind met een I-profiel

‘I-kinderen’ willen plezier in het leven. Ze houden van mensen. Het zijn actieve kinderen, en willen samen met anderen zijn.  Ze hebben heel veel plezier maken, samencreatieve ideeën, maar komen vaak niet tot de uitvoering er van. Ze hebben moeite om zich te concentreren, en zijn heel beweeglijk. Ze zijn impulsief, en kletsen je de oren van het hoofd. Ze zijn spontaan. Ze vertrouwen iedereen, iedereen is ‘hun beste vriend’.  Ze willen graag anderen amuseren. Ze hebben een grote behoefte aan kusjes en knuffels. Ze zijn gevoelig voor wat andere kinderen van hen denken, en dus ook vatbaar voor groepsdwang. Hun stemming kan snel omslaan.

Hoe om te gaan met een ‘I-kind’
  • doe leuke dingen samen
  • zorg dat je huis een thuis is
  • ‘droom’ met hem mee (ook al is het niet realistisch)
  • moedig het kind voortdurend aan. Doe dit, door concreet te benoemen wat de sterke punten zijn.
  • kleineer hem nooit in het openbaar!
  • knuffel hem vaak en veel
  • wees niet te taakgericht of zwijgzaam; hij kan snel denken dat hij iets niet goed doet en dat je hem niet lief vindt
  • zet instructies op papier, en help hem nadenken hoe hij woorden om kan zetten in daden
  • wees niet veroordelend, of kritisch
  • help hem stevig in zijn schoenen te staan als er groepsdruk is
  • zorg, dat hij vriendjes en vriendinnetjes heeft

Een kind met een S-profiel

Een kind met een S-profiel is sfeergevoelig. Het mengt zich niet zo makkelijk in een groep als een kind met een I-profiel, maar dat is niet erg. Een S-helpenkind zoekt zelf wel een paar goede vriendjes uit. Het zijn rustige, meegaande kinderen. Ze helpen graag anderen, en willen, dat anderen het fijn hebben. Ze kunnen goed in een team samenwerken. Ze doen alles rustig aan. Een S-kind wil graag horen hoe hij iets moet doen, hij houdt er niet van om het zelf uit te puzzelen. Ze voelen zich prettig in een vertrouwde omgeving. Het moet vooral niet anders gaan dan anders; ze houden niet van verandering.

Hoe om te gaan met een ‘S-kind’
  • stimuleer zijn zelfvertrouwen en steun hem
  • dwing hem niet om het met je eens te zijn (want het kind zal snel toegeven, in plaats van te zeggen wat  hij zelf vindt/wil)
  • help hem om zelf na te denken over wat hij vindt
  • maak hem bewust van zijn eigen gevoelens
  • let op de manier hoe je reageert. Als je een boze toon aanslaat zal een ‘S-kind’ snel dichtklappen
  • leg veel uit hoe hij iets moet doen
  • kom (zoveel mogelijk) je beloftes na; dat is belangrijk voor dit kind. Begrijp zijn teleurstelling als het anders gaat.
  • wees niet bazig of veeleisend
  • zorg voor een stabiele omgeving
  • vertel ruim op tijd wat er staat te gebeuren, zodat hij zich er op in kan stellen
  • moedig aan om vaker zijn gevoelens te uiten

Een kind met een C-profiel

Een ‘C-kind’ is een analytisch denker. Het is een serieus kind. Het houdt van orde en zet bij voorbeeld alle autootjes of poppen op een rij. Ze zijn genieten, bellen blazenover het algemeen erg perfectionistisch. Ze zullen hun best doen om alles zo goed mogelijk voor elkaar te hebben. Ze willen ook andere kinderen leren ‘het goed te doen’. Ze zijn erg kritisch. Ze kunnen vaak moeilijk met kritiek omgaan (juist, omdat ze alles zo goed willen doen, en ze hun gevoel niet naar buiten brengen). Ze zijn vaak erg gevoelig.  Ze gaan ruzie uit de weg. Ze passen zich liever aan. Ze zijn niet veeleisend, en houden hun gevoelens voor zich. Ze zien details. Het zijn nieuwsgierige kinderen. Ze stellen veel ‘waarom’-vragen’.

Hoe om te gaan met een ‘C-kind’
  • daag hem uit zijn gevoelens te uiten (wat denk je? wat voel je?) Doe dit op het juiste moment.
  • uit je ook bij een C-kind niet op een boze toon; het zal zich dan waarschijnlijk terug trekken.
  • probeer hem niet op slinkse wijze over te halen; hij zal het direct doorzien
  • blijf bij de feiten, en reageer niet overdreven emotioneel
  • geef concrete complimenten, benoem wat hij precies goed heeft gedaan
  • geef hem de kans zijn teleurstellingen te verwerken op zijn eigen tempo
  • houd je ook bij dit kind aan je beloftes, en kom die precies zo na als je beloofd hebt
  • als je het niet met hem eens bent, leg dan uit waarom. Geef antwoord op zijn ‘waarom’-vragen.
  • forceer geen reactie, maar gun hem de tijd om na te denken
  • zorg dat hij de tijd en ruimte krijgt om ’s avonds zijn gedachten te verwerken
  • vraag niet te veel van hem; hij vraagt al veel van zichzelf

Het hangt natuurlijk ook heel erg van je eigen profiel af hoe lastig of hoe makkelijk je met je kind om gaat. Een D-ouder heeft heel andere valkuilen als een S-ouder. En in combinatie met een I-kind voorzie je heel andere ‘problemen’ als met een C-kind. Het voert te ver om hier nu dieper op in te gaan. Hopelijk heb je eerst voldoende aan bovenstaande handvatten. Als je bewuster bent van de ‘mogelijkheden’ die er zijn zul je sneller inzien dat sommige dingen misschien beter anders kunnen.

Vraag: Herken jij bepaalde eigenschappen van je kind, waarbij je nu misschien denkt: ‘dat zou ik misschien beter anders kunnen doen’?  (Je kunt hieronder reageren, dat zou ik leuk vinden.)

NB: Er is een (digitale) training in de maak, waar ik dit diepgaander en ‘persoonlijker’ behandel. Je krijgt hierin handreikingen over hoe te communiceren met de  verschillende types (afgestemd op jou en jouw kind). Hou m’n  website in de gaten , of abonneer je op m’n blog, dan krijg je sowieso alle mails en mis je niets.

 

Deel dit via: